Gezoete fruitsalade en geen maté
Wat is dat lastig, zeg. Fotograaf, tekenaar en schrijver spreken geen van drieën Spaans. En Martha (65) spreekt geen Nederlands, in elk geval niet met ons. Praten in het Engels lukt wel, maar soms is de verwarring groot.
Wat wil Martha ons duidelijk maken? Wat willen wij van haar weten? We komen er af en toe niet meer uit met elkaar. Maar ze laat ons heel veel zien en we krijgen toch een hoop te horen. En dit is niet zomaar een fruitsalade.
Een straat in Amsterdam-Oost. De bovenwoning vol kunst en verwijzingen naar Latijns-Amerika, maar met nog voldoende ruimte om te bewegen. Martha is specialist op het gebied van inheemse of indiaanse kunst en ze steekt maar meteen van wal met een enthousiaste uitleg over een Peruaans kleedje.
“Vijftien jaar geleden was ik in een klein dorpje met mensen die tegen mij zeiden: Martha, dit kleedje is heel speciaal, want zo worden ze niet meer gemaakt. Tegenwoordig maken de vrouwen ze weer dankzij een programma van de regering. De regering koopt de kleedjes, ongeacht hoe ze eruit zien. Oudere vrouwen leren nu de techniek aan jongere. Er is nu heel veel productie.” Onze gastvrouw is zichtbaar verheugd. “Kijk hoe die lijnen lopen. Hetzelfde ontwerp als driehonderd jaar geleden. De tijd die gaat en terugkomt, een cirkelgang. De cultuur van Peru is zó oud!”
Martha serveert ons thee en er is fruitsalade.
We hoorden dat je ’s morgens maté drinkt.
“Ja, dat drink ik ’s morgens altijd.” Ze haalt haar speciale matébekertje. “Jullie moeten het een andere keer drinken. Het is een drank die je moet leren drinken.” We begrijpen dat de thee in haar beker nu te sterk voor ons is.
De Zuid-Amerikaanse drank maté is een soort thee waar steeds opnieuw water bij geschonken wordt, zodat hij steeds meer verdunt. Het moet een opwekkende drank zijn, dankzij de cafeïne en met name de mateïne die erin zit. Verder schijnt het goed de dorst te lessen en zitten er behoorlijk veel vitaminen en mineralen in. De smaak wordt door beginners niet altijd gewaardeerd. Maar ja, zelfs het beginnerstadium gaat hier aan ons voorbij. Martha zegt dat het maté drinken haar ’s morgens energie geeft. “Het is een ‘goedemorgen’, een ‘welkom’ voor de nieuwe dag.”
Hoe ben je in Amsterdam terechtgekomen?
“Ik kom uit Argentinië, maar vanwege de situatie daar ben ik dertig jaar geleden met mijn twee kleine kinderen naar Nederland gekomen.”
“Mijn opa kwam uit Amsterdam. Hij vertrok eind negentiende of begin twintigste eeuw. Maar ik heb ook indiaanse wortels. Mijn oma was de dochter van een indiaanse vrouw.”
Ze haalt er een fotoboek bij met oude zwart-wit foto’s. “Kijk, hier zie je mijn grootmoeder. Die kwam uit de oorspronkelijke indiaanse cultuur. En hier zie je mijn moeder. Zie je dat ze het gezicht heeft van een Nederlandse vader en de kleur van een indiaanse moeder?” Ze moet lachen: “En er zit ook een beetje zwart in de familie.”
Ze wijst haar zus aan en een nicht. “We groeiden met onze neven en nichten op als broers en zussen.”
En wat voor een achtergrond had je vader?
“Italiaans. Mijn vader stamt van Italiaanse boeren. Die woonden in Zuid-Italië in de tijd dat de landeigenaren het land konden verkopen met de mensen erbij. Toen er oorlog kwam zei mijn grootmoeder: ik wil niet dat mijn familie de oorlog ingaat. Ze zijn toen eerst naar Noord-Italië getrokken en daarna naar Argentinië. In die tijd gaf de Argentijnse regering land in eigendom aan boeren.”
“Maar weten jullie wel dat er een grote Hollandse kolonie is in Argentinië? Mijn nicht, deze vrouw op de foto, was daar arts. Wij hadden altijd een goede relatie met Nederland vanwege mijn grootvader.”
Wat heb je eigenlijk overgenomen van de Nederlandse manier van leven? Hoe past je Argentijnse achtergrond daarin?
Ja, dat is een ingewikkelde manier van vragen stellen, vooral als de communicatie toch al niet makkelijk gaat. We proberen de vraag wat te verduidelijken, maar dan zegt ze stellig: “Oh, mijn plek is Amsterdam, ook al heb ik moeite met de taal. Ik probeer heel hard om Nederlands te leren. Als ik twee of drie dagen weg ben uit Nederland voel ik me niet lekker. Het is een bepaald gevoel. En als ik na een reis weer terug ben, voel ik me hier thuis. Ik groei er steeds meer in, in dit huis dat de mentaliteit heeft van mijn moeder, maar ook van mijn vader.”
“Toen ik in Brazilië bij het Commissariaat van de Vluchtelingen aankwam, kon ik drie landen kiezen waar ik naartoe wilde. Ik koos er twee: Frankrijk, omdat ik Frans spreek, en Nederland. Het visum was voor Nederland, vanwege mijn opa. Dus zo kwam ik hier met mijn twee kinderen.”
Je hebt twee dochters?
“Ja, en twee kleindochters. Mijn ene dochter is museoloog. Zij werkte eerst bij het Tropeninstituut en nu heeft ze een contract bij de Universiteit van Amsterdam. Maar daartussen kon ze hier geen werk krijgen en wel, via internet, in Australië. Ze had een contract voor een paar jaar, maar ze kwam eerder terug. Ze miste haar familie en Amsterdam.”
Vond je het niet moeilijk dat ze zo ver weg ging wonen? Ze had ook niet terug kunnen komen.
Ook deze vraag roept misverstand op. Tot het ineens duidelijk is, en het antwoord ook: “Ieder persoon moet zijn eigen leven leiden. Voor jonge mensen vind ik Amsterdam een goede plek, omdat het hier echt vrij is. Het informele van de mensen hier in Amsterdam is goed. Dat heeft de toekomst.”
“Er is hier respect voor oudere mensen en respect voor de waarheid. De hele geschiedenis van Nederland speelt hierin mee. Ik weet er niet zoveel van, maar er was door de tijd heen bescherming voor verschillende ideeën en religies.”
“Australië is een ander land. Mijn dochter was in Perth en ík vind het daar leuk vanwege de inheemsen, de aboriginals. Maar mijn dochter was er niet gelukkig. Ik had haar aan de telefoon en ze vroeg: wat moet ik doen? Ik zei dat ze beter haar contract af kon maken, want dat is goed voor je cv. Maar ze wilde gewoon terug.”
Aandacht voor ons ontbijt. Hoe komt die fruitsalade toch zo lekker? Die maakt Martha de avond tevoren klaar en dan gaat er suiker doorheen. Aha.
Heb je deze schilderijen zelf gemaakt?
“Sommige wel en andere niet. Toen ik hier net was aangekomen, heb ik heel veel getekend en geschilderd. Ik ging de hele dag door, als mijn kinderen naar school waren. Maar na een tijdje ging ik schrijven. Korte verhaaltjes, in het Spaans, dat doe ik nog steeds. En ik heb nu ook een radioprogramma bij Salto radio waarin ik interculturele zaken in een kort verhaaltje aan de orde stel.”
“Ik heb kunst gestudeerd, ook in Italië en Brazilië toen ik jong was. Ik bestudeerde verschillende culturen, met name de indianencultuur. Maar nog steeds ga ik een of twee keer per jaar naar een internationaal congres over Indiaanse kunst.”
Ze laat ons een brochure zien van een internationaal congres in de VS waar ze aan meewerkte en dat mede tot stand kwam dankzij het Anjerfonds. We krijgen meteen ook wat door haarzelf geschreven en uitgegeven werkjes mee: een brochure ‘De wereld van de indiaanse kunst’ en een verhalenbundeltje.
We zien hier geen indiaanse kunst?
Martha gaat weer wat halen, een geweven poncho. “Nee, indiaanse kunst is niet voor aan de muur, maar het is vaak textiel en het heeft een functie.”
Ze laat zien dat de poncho, als hij op een andere manier gedragen wordt, iets anders uit kan drukken.
Martha wilde altijd kunst bestuderen vanuit een niet-esthetisch oogpunt. Veertig jaar geleden was zij daarmee een van de pioniers. Ze ging naar Brazilië om antropologie te studeren en later in Florence Grieks-Romaanse en hedendaagse kunst, en in Brussel Afrikaanse archeologie. Kijken naar traditionele kunst is per definitie niet beoordelend. Ook toen ze lesgaf aan patiënten in de psychiatrie was een waardeoordeel niet aan de orde. Maar hoewel ze ook aan de universiteit heeft gewerkt, is wetenschappelijk schrijven niet haar ding. “Dat moet veel te precies. In kunst ben je vrij.”
In Argentinië kwam Martha in de problemen nadat ze net uit Brazilië was teruggekeerd. Ze begreep gewoon niet wat er aan de hand was en deed misschien juist daardoor de dingen die haar verdacht maakten. Ze had helemaal geen relatie met politiek. Dat kwam door haar Italiaanse familie: “blijf uit de oorlog, doe nooit aan politiek”
“Ik ben wel voor solidariteit. Ik werk voor de Indianen.” Ze vertelt over een programma om de aarde terug te geven aan de indianen. Daar is vijf jaar aan gewerkt. De regering geeft de grond nu terug. “Mijn familie is altijd voor solidariteit geweest.”
Wat staan daar voor teksten op de muur?
Martha vertaalt. Het zijn Spaanse teksten die met pen op twee muren zijn geschreven.
Op de ene staat: “De beste manier om ergens te leven is zonder verlangen.”
De andere tekst krijgt een introductie mee. “Ik had kanker en ik had het moeilijk en toen kwam iemand met deze tekst: ‘Ik heb al mijn verleden in mijn toekomst’.”
“Het gaat nu heel goed met me. Tennis heeft me daarbij geholpen. Ik werk als vrijwilliger in het Oosterpark waar je gratis kan komen tennissen. Daar geef ik les en ik zorg voor tweedehands rackets. Mijn Nederlands is niet goed, maar de leerlingen, ook kinderen, begrijpen me wel. Ik heb tennisboeken in het Nederlands om de termen te leren. In het begin moesten de kinderen wel om mij lachen, dus toen werkte ik liever met volwassenen. Maar nu geef ik aan alle leeftijden les.
De kinderen hebben mij ook dingen geleerd. Als wij een fout maken vinden we het erg, maar kinderen gaan dan lachen. Dat is goed, geen stress. Ik doe het nu ook als ik een fout maak. Dan zeg ik: niet belangrijk.”
“Ik tennis de hele week, elke dag. Ik vind het heerlijk.”
Waarom tennis?
“Ik tennis al mijn hele leven. Ik was zo jong nog, dat mijn vader een racket voor me maakte. Het was niet symmetrisch, dat weet ik nog. Dat was wat we noemden English tennis. Want we hadden daar ook creole tennis, dat ging met een paleta, een stuk hout.”
“Ik wil nu ook Arabische en Aziatische vrouwen les gaan geven. Die kunnen dan even de zorg voor hun kinderen vergeten. Maar dan moet mijn Nederlands wel eerst verbeteren; het buurthuis gaat mij daarbij helpen.”
Hoe oud was je toen je begon met schilderen?
“Och, dat heb ik eigenlijk ook mijn hele leven gedaan. Mijn zus schildert ook en zij schrijft ook, net als ik. Mijn nicht trouwens ook. En dat is wel grappig: mijn Nederlandse familie in Argentinië maakt ontwerpen voor serviesgoed, voor borden. In blauw en wit, maar het is geen Delfts blauw.”
Tenslotte willen we meer weten over een waslijn die in de kamer hangt, met kleine boekjes aan wasknijpers.
“Wat je daar ziet, dat is een cordeles. In het Nederlands ‘vlinderkoord’. Dat is iets waar ik de laatste tijd veel mee bezig ben. Het is eigenlijk iets dat zijn oorsprong heeft in Europa, in de middeleeuwen, toen de trovatores of troubadours hun teksten aan zo’n koord hingen. In de tijd van de kolonisatie werd het ingevoerd in Zuid Amerika: Mexico, Brazilië en een deel van Argentinië.”
De boekjes van Martha zijn voorzien van subtiele illustraties en teksten in het Nederlands en Spaans.
“Ik ben zo blij als ik ze maak. Het is net koken: een beetje van dit, een beetje van dat.”
Wat is dat lastig, zeg. Fotograaf, tekenaar en schrijver spreken geen van drieën Spaans. En Martha (65) spreekt geen Nederlands, in elk geval niet met ons. Praten in het Engels lukt wel, maar soms is de verwarring groot.
Wat wil Martha ons duidelijk maken? Wat willen wij van haar weten? We komen er af en toe niet meer uit met elkaar. Maar ze laat ons heel veel zien en we krijgen toch een hoop te horen. En dit is niet zomaar een fruitsalade.
Een straat in Amsterdam-Oost. De bovenwoning vol kunst en verwijzingen naar Latijns-Amerika, maar met nog voldoende ruimte om te bewegen. Martha is specialist op het gebied van inheemse of indiaanse kunst en ze steekt maar meteen van wal met een enthousiaste uitleg over een Peruaans kleedje.
“Vijftien jaar geleden was ik in een klein dorpje met mensen die tegen mij zeiden: Martha, dit kleedje is heel speciaal, want zo worden ze niet meer gemaakt. Tegenwoordig maken de vrouwen ze weer dankzij een programma van de regering. De regering koopt de kleedjes, ongeacht hoe ze eruit zien. Oudere vrouwen leren nu de techniek aan jongere. Er is nu heel veel productie.” Onze gastvrouw is zichtbaar verheugd. “Kijk hoe die lijnen lopen. Hetzelfde ontwerp als driehonderd jaar geleden. De tijd die gaat en terugkomt, een cirkelgang. De cultuur van Peru is zó oud!”
Martha serveert ons thee en er is fruitsalade.
We hoorden dat je ’s morgens maté drinkt.
“Ja, dat drink ik ’s morgens altijd.” Ze haalt haar speciale matébekertje. “Jullie moeten het een andere keer drinken. Het is een drank die je moet leren drinken.” We begrijpen dat de thee in haar beker nu te sterk voor ons is.
De Zuid-Amerikaanse drank maté is een soort thee waar steeds opnieuw water bij geschonken wordt, zodat hij steeds meer verdunt. Het moet een opwekkende drank zijn, dankzij de cafeïne en met name de mateïne die erin zit. Verder schijnt het goed de dorst te lessen en zitten er behoorlijk veel vitaminen en mineralen in. De smaak wordt door beginners niet altijd gewaardeerd. Maar ja, zelfs het beginnerstadium gaat hier aan ons voorbij. Martha zegt dat het maté drinken haar ’s morgens energie geeft. “Het is een ‘goedemorgen’, een ‘welkom’ voor de nieuwe dag.”
Hoe ben je in Amsterdam terechtgekomen?
“Ik kom uit Argentinië, maar vanwege de situatie daar ben ik dertig jaar geleden met mijn twee kleine kinderen naar Nederland gekomen.”
“Mijn opa kwam uit Amsterdam. Hij vertrok eind negentiende of begin twintigste eeuw. Maar ik heb ook indiaanse wortels. Mijn oma was de dochter van een indiaanse vrouw.”
Ze haalt er een fotoboek bij met oude zwart-wit foto’s. “Kijk, hier zie je mijn grootmoeder. Die kwam uit de oorspronkelijke indiaanse cultuur. En hier zie je mijn moeder. Zie je dat ze het gezicht heeft van een Nederlandse vader en de kleur van een indiaanse moeder?” Ze moet lachen: “En er zit ook een beetje zwart in de familie.”
Ze wijst haar zus aan en een nicht. “We groeiden met onze neven en nichten op als broers en zussen.”
En wat voor een achtergrond had je vader?
“Italiaans. Mijn vader stamt van Italiaanse boeren. Die woonden in Zuid-Italië in de tijd dat de landeigenaren het land konden verkopen met de mensen erbij. Toen er oorlog kwam zei mijn grootmoeder: ik wil niet dat mijn familie de oorlog ingaat. Ze zijn toen eerst naar Noord-Italië getrokken en daarna naar Argentinië. In die tijd gaf de Argentijnse regering land in eigendom aan boeren.”
“Maar weten jullie wel dat er een grote Hollandse kolonie is in Argentinië? Mijn nicht, deze vrouw op de foto, was daar arts. Wij hadden altijd een goede relatie met Nederland vanwege mijn grootvader.”
Wat heb je eigenlijk overgenomen van de Nederlandse manier van leven? Hoe past je Argentijnse achtergrond daarin?
Ja, dat is een ingewikkelde manier van vragen stellen, vooral als de communicatie toch al niet makkelijk gaat. We proberen de vraag wat te verduidelijken, maar dan zegt ze stellig: “Oh, mijn plek is Amsterdam, ook al heb ik moeite met de taal. Ik probeer heel hard om Nederlands te leren. Als ik twee of drie dagen weg ben uit Nederland voel ik me niet lekker. Het is een bepaald gevoel. En als ik na een reis weer terug ben, voel ik me hier thuis. Ik groei er steeds meer in, in dit huis dat de mentaliteit heeft van mijn moeder, maar ook van mijn vader.”
“Toen ik in Brazilië bij het Commissariaat van de Vluchtelingen aankwam, kon ik drie landen kiezen waar ik naartoe wilde. Ik koos er twee: Frankrijk, omdat ik Frans spreek, en Nederland. Het visum was voor Nederland, vanwege mijn opa. Dus zo kwam ik hier met mijn twee kinderen.”
Je hebt twee dochters?
“Ja, en twee kleindochters. Mijn ene dochter is museoloog. Zij werkte eerst bij het Tropeninstituut en nu heeft ze een contract bij de Universiteit van Amsterdam. Maar daartussen kon ze hier geen werk krijgen en wel, via internet, in Australië. Ze had een contract voor een paar jaar, maar ze kwam eerder terug. Ze miste haar familie en Amsterdam.”
Vond je het niet moeilijk dat ze zo ver weg ging wonen? Ze had ook niet terug kunnen komen.
Ook deze vraag roept misverstand op. Tot het ineens duidelijk is, en het antwoord ook: “Ieder persoon moet zijn eigen leven leiden. Voor jonge mensen vind ik Amsterdam een goede plek, omdat het hier echt vrij is. Het informele van de mensen hier in Amsterdam is goed. Dat heeft de toekomst.”
“Er is hier respect voor oudere mensen en respect voor de waarheid. De hele geschiedenis van Nederland speelt hierin mee. Ik weet er niet zoveel van, maar er was door de tijd heen bescherming voor verschillende ideeën en religies.”
“Australië is een ander land. Mijn dochter was in Perth en ík vind het daar leuk vanwege de inheemsen, de aboriginals. Maar mijn dochter was er niet gelukkig. Ik had haar aan de telefoon en ze vroeg: wat moet ik doen? Ik zei dat ze beter haar contract af kon maken, want dat is goed voor je cv. Maar ze wilde gewoon terug.”
Aandacht voor ons ontbijt. Hoe komt die fruitsalade toch zo lekker? Die maakt Martha de avond tevoren klaar en dan gaat er suiker doorheen. Aha.
Heb je deze schilderijen zelf gemaakt?
“Sommige wel en andere niet. Toen ik hier net was aangekomen, heb ik heel veel getekend en geschilderd. Ik ging de hele dag door, als mijn kinderen naar school waren. Maar na een tijdje ging ik schrijven. Korte verhaaltjes, in het Spaans, dat doe ik nog steeds. En ik heb nu ook een radioprogramma bij Salto radio waarin ik interculturele zaken in een kort verhaaltje aan de orde stel.”
“Ik heb kunst gestudeerd, ook in Italië en Brazilië toen ik jong was. Ik bestudeerde verschillende culturen, met name de indianencultuur. Maar nog steeds ga ik een of twee keer per jaar naar een internationaal congres over Indiaanse kunst.”
Ze laat ons een brochure zien van een internationaal congres in de VS waar ze aan meewerkte en dat mede tot stand kwam dankzij het Anjerfonds. We krijgen meteen ook wat door haarzelf geschreven en uitgegeven werkjes mee: een brochure ‘De wereld van de indiaanse kunst’ en een verhalenbundeltje.
We zien hier geen indiaanse kunst?
Martha gaat weer wat halen, een geweven poncho. “Nee, indiaanse kunst is niet voor aan de muur, maar het is vaak textiel en het heeft een functie.”
Ze laat zien dat de poncho, als hij op een andere manier gedragen wordt, iets anders uit kan drukken.
Martha wilde altijd kunst bestuderen vanuit een niet-esthetisch oogpunt. Veertig jaar geleden was zij daarmee een van de pioniers. Ze ging naar Brazilië om antropologie te studeren en later in Florence Grieks-Romaanse en hedendaagse kunst, en in Brussel Afrikaanse archeologie. Kijken naar traditionele kunst is per definitie niet beoordelend. Ook toen ze lesgaf aan patiënten in de psychiatrie was een waardeoordeel niet aan de orde. Maar hoewel ze ook aan de universiteit heeft gewerkt, is wetenschappelijk schrijven niet haar ding. “Dat moet veel te precies. In kunst ben je vrij.”
In Argentinië kwam Martha in de problemen nadat ze net uit Brazilië was teruggekeerd. Ze begreep gewoon niet wat er aan de hand was en deed misschien juist daardoor de dingen die haar verdacht maakten. Ze had helemaal geen relatie met politiek. Dat kwam door haar Italiaanse familie: “blijf uit de oorlog, doe nooit aan politiek”
“Ik ben wel voor solidariteit. Ik werk voor de Indianen.” Ze vertelt over een programma om de aarde terug te geven aan de indianen. Daar is vijf jaar aan gewerkt. De regering geeft de grond nu terug. “Mijn familie is altijd voor solidariteit geweest.”
Wat staan daar voor teksten op de muur?
Martha vertaalt. Het zijn Spaanse teksten die met pen op twee muren zijn geschreven.
Op de ene staat: “De beste manier om ergens te leven is zonder verlangen.”
De andere tekst krijgt een introductie mee. “Ik had kanker en ik had het moeilijk en toen kwam iemand met deze tekst: ‘Ik heb al mijn verleden in mijn toekomst’.”
“Het gaat nu heel goed met me. Tennis heeft me daarbij geholpen. Ik werk als vrijwilliger in het Oosterpark waar je gratis kan komen tennissen. Daar geef ik les en ik zorg voor tweedehands rackets. Mijn Nederlands is niet goed, maar de leerlingen, ook kinderen, begrijpen me wel. Ik heb tennisboeken in het Nederlands om de termen te leren. In het begin moesten de kinderen wel om mij lachen, dus toen werkte ik liever met volwassenen. Maar nu geef ik aan alle leeftijden les.
De kinderen hebben mij ook dingen geleerd. Als wij een fout maken vinden we het erg, maar kinderen gaan dan lachen. Dat is goed, geen stress. Ik doe het nu ook als ik een fout maak. Dan zeg ik: niet belangrijk.”
“Ik tennis de hele week, elke dag. Ik vind het heerlijk.”
Waarom tennis?
“Ik tennis al mijn hele leven. Ik was zo jong nog, dat mijn vader een racket voor me maakte. Het was niet symmetrisch, dat weet ik nog. Dat was wat we noemden English tennis. Want we hadden daar ook creole tennis, dat ging met een paleta, een stuk hout.”
“Ik wil nu ook Arabische en Aziatische vrouwen les gaan geven. Die kunnen dan even de zorg voor hun kinderen vergeten. Maar dan moet mijn Nederlands wel eerst verbeteren; het buurthuis gaat mij daarbij helpen.”
Hoe oud was je toen je begon met schilderen?
“Och, dat heb ik eigenlijk ook mijn hele leven gedaan. Mijn zus schildert ook en zij schrijft ook, net als ik. Mijn nicht trouwens ook. En dat is wel grappig: mijn Nederlandse familie in Argentinië maakt ontwerpen voor serviesgoed, voor borden. In blauw en wit, maar het is geen Delfts blauw.”
Tenslotte willen we meer weten over een waslijn die in de kamer hangt, met kleine boekjes aan wasknijpers.
“Wat je daar ziet, dat is een cordeles. In het Nederlands ‘vlinderkoord’. Dat is iets waar ik de laatste tijd veel mee bezig ben. Het is eigenlijk iets dat zijn oorsprong heeft in Europa, in de middeleeuwen, toen de trovatores of troubadours hun teksten aan zo’n koord hingen. In de tijd van de kolonisatie werd het ingevoerd in Zuid Amerika: Mexico, Brazilië en een deel van Argentinië.”
De boekjes van Martha zijn voorzien van subtiele illustraties en teksten in het Nederlands en Spaans.
“Ik ben zo blij als ik ze maak. Het is net koken: een beetje van dit, een beetje van dat.”